FUNCTIONELE OPTOMETRIE
Binnen de functionele optometrie wordt er een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen ZICHT en ZIEN.
- ZICHT = INPUT
Zicht is het aangeboren vermogen om lichtprikkels op te vangen en naar de hersenen door te sturen via optisch neurale weg. Zicht is het reflexmatig antwoord op licht.
- ZIEN = OUTPUT
Zien is de interpretatie van de visuele input. Het vermogen om binnenkomende visuele informatie te interpreteren en betekenis te geven. Het is de vaardigheid om het geziene te begrijpen en het ons eigen te maken, gewoonlijk in samenhang met informatie die we via de andere zintuigen (tast, gehoor, smaak en reukzin) opnemen.
Functionele optometrie is meer dan refractie alleen, het is een gedragswetenschap.
Functionele optometrie staat in relatie tot de persoon en zijn omgeving. De relatie tussen mens en wetenschap van het zien moeten we trachten te optimaliseren. Dit streven naar verbetering trachten we te bevorderen door het verbeteren van de visuele informatie-verwerking, die ontleed moet worden. Het gaat immers niet altijd over accommodatie en convergentie, of over esofoor of exofoor, heel wat andere factoren kunnen een rol spelen. Onze ogen staan immers rechtstreeks in contact met onze hersenen.
Het is niet omdat we iets te zien krijgen dat die informatie zomaar dadelijk wordt verwerkt in onze hersenen. De ontwikkeling van de motoriek hangt ook sterk samen met het zien en met visuele informatie-verwerking. Waarnemingen van ruimte, licht, perspectief en diepte behoren ook tot die gedragswetenschap.
Als we naar iets kijken, dan is dit meer dan een beeld dat gevormd wordt op het netvlies. Er wordt ook informatie verwerkt doordat we het voorwerp inspecteren, identificeren en een betekenis geven. Het visueel proces is een proces waarvan de ogen slechts een deel zijn. Zien moet een automatisch proces zijn dat weinig inspanning vergt. Maar verschillende invloeden, zoals omgevingsfactoren en professionele omstandigheden kunnen aanpassingen in het visuele systeem teweegbrengen, waardoor visuele problemen kunnen ontstaan. Zien is een aangeleerd proces en gezichtsscherpte is slechts één aspect van de totale visuele functie. Men denkt dat er slechts visuele problemen zijn als de gezichtsscherpte is verminderd. Maar dit is een foute redenering.Ook al is de gezichtsscherpte 10/10, toch kunnen er nog problemen zijn als gevolg van visuele dysfuncties. Men ziet scherp maar dat betekent niet dat de visuele informatieverwerking en visueel gedrag 10/10 is. Net zoals wij leren lopen, praten,… leren we ook zien. Zien is een leerproces. Gezien het een leerproces is, kan het ook geoefend en gewijzigd worden.
Wie dus gezonde ogen heeft, kan nog 'slecht' zien !